Direct naar artikelinhoud
Column

Ik kan mijn poriën horen kirren van geluk

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Ze vraagt hoe ik heet en waar ik vandaan kom. Ik wil doorlopen, maar mijn benen zijn helaas te goed opgevoed.

"Als iemand een vraag stelt, geef je antwoord," zeggen mijn schenen streng.

Ik loop in de richting van het zalfmeisje en zeg James en Amsterdam. Ze rolt een krukje mijn gezichtsveld in en zegt dat ik erop moet gaan zitten. Ik zeg dat ik niet veel tijd heb en laat haar mijn elektronische boardingpass zien.

Het zalfmeisje smeert iets op de linkerkant van mijn gezicht. Ik kijk aandachtig naar haar neuspiercing en zeg dat ik ook al een tijdje over een neuspiercing aan het nadenken ben.

"De penopauze komt naar je toe deze zomer," fluisteren al mijn schedelstemmen in koor. En ze hebben gelijk. Ik ben geen man die een neuspiercing neemt, maar hoe meer ik voel dat ik die man niet ben, hoe meer ik het gevoel heb dat ik die man moet worden.

Het zalfmeisje wijst naar een gebruikt wattenschijfje en zegt dat dat mijn dode huidcellen zijn.

"Hebben ze geleden?" vraag ik. Ze lacht een onnatuurlijke glimlach en pakt een spiegel van de toonbank.

"En? Zie je het verschil?"

Nog voordat ik kan zeggen dat ik verschil zie, heeft het zalfmeisje alweer een andere zalfje gepakt. Iets voor onder mijn ogen. Een serum.

Ze kijkt naar het plastic tasje dat aan het handvat van mijn rolkoffer hangt en vraagt wat ik heb gekocht.

"Wat Playmobil voor mijn zoon. Een brandweerwagen en wat brandweermannen en vrouwen om precies te zijn. Hij is dol op mensen die mensen redden. Mijn zoon wil later ook bij de brandweer. Zo zijn kleine kinderen. Ze willen de wereld redden, maar dan worden ze volwassen."

"En? Zie je het verschil?"

"Ja. De huid onder mijn linkeroog is minder grijs. En ik zie die lijn ook niet meer. Die grenslijn tussen mijn oog en mijn wang. De linkerkant van mijn gezicht is volledig douanevrij."

Het zalfmeisje smeert nog zeker twintig minuten allerhande smeersels op mijn gevoelige huid. Ik kan mijn poriën horen kirren van geluk en alle dode huidcellen worden in een limousine naar de huidcellenhemel gebracht.

"In dit laatste zalfje zit 24-karaats goud. En ook een beetje truffel," zegt het meisje dat in het laatste uur meer voor mijn huid heeft gedaan dan ik in mijn hele leven. Haar vingertoppen tokkelen de vermoeidheid uit mijn vel. De palmen van haar handen dansen in de zonnigste wind.

"Wil je alles hebben?" vraagt ze.

Ik loop naar de grote spiegel toe en kijk naar mezelf. Ik zie de man die ik niet kan worden, maar wel wil zijn.

Met een tas vol huidproducten loop ik naar de gate.

"Heb je wat lekkere spulletjes voor je vriendin gekocht?" vraagt een vrouw in het vliegtuig.

"Nee, dit zijn mijn lekkere spulletjes," zeg ik, terwijl ik vlechtjes in mijn baard maak.

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl

In dit laatste zalfje zit 24-karaats goud. En ook een beetje truffel