Direct naar artikelinhoud

'Hoogopgeleide' ouders met VMBO-kind: Hoe vinden ze dat?

De havo is een ondergrens geworden voor veel Amsterdammers.  Ouders durven soms niet op verjaardagen te komen als hun kind vmbo-advies heeft. 'Het is een totaal vertekend beeld.'

Blake (11) en zijn moeder Maybelle Pineda: 'De havo kan nog, als het onderwijs maar goed is'Beeld Carly Wollaert

Ze hadden op havo gehoopt, maar nu het vmbo-t is, wordt op zijn minst een school gekozen waar ze óók havo hebben. Met een beetje geluk en hard werken wordt het misschien toch dat niveautje hoger.

De leerlingen die naar de proeflessen op het Sweelinck College gaan (vmbo-t en sinds kort ook havo) voelen dat de lat in Amsterdam hoog ligt. "Mijn vriendinnen gaan naar het vwo," zegt Esmé (11).

Erg blij is ze niet met haar mavoadvies. "Er zijn weinig scholen waar ik uit kan kiezen." Haar moeder, zelf academisch geschoold, vindt het advies wel passend. "Iedereen heeft zijn eigen tempo."

De enthousiaste Blake (11) (vmbo/t-havo) had stiekem op havo gehoopt, net als zijn moeder Maybelle Pineda, lerares op The British School. "Maar het kan nog," zegt ze. "Ik heb gehoord dat de kwaliteit van het Sweelinck goed is." Blake: "Mijn vader zat hier op school."

Concurrentie
Hoe hard scholen en minister Arie Slob (Onderwijs) ook roepen dat het vmbo 'geen restonderwijs' is, en 'juist belangrijk, want er zijn ook verplegers, loodgieters en elektromonteurs nodig', ouders en kinderen hebben het idee dat havo het minimale is dat je moet halen om mee te mogen doen in de maatschappij.

Het aantal vmbo'ers daalt elk jaar. Dat is niet gek, vindt Louise Elffers, UvA-onderzoeker en lector beroepsonderwijs bij de HvA.  "We zijn een steeds hoger opgeleide samenleving geworden. Een hoog opleidingsniveau helpt om de concurrentie op de arbeidsmarkt aan te gaan."

In Nederland wordt ­bovendien al vroeg bepaald wat je toekomstperspectieven zijn. "Daar zit het idee onder dat je later altijd een niveautje hoger kunt doen, maar  dat is steeds moeilijker geworden  - sommige havo's stellen extra eisen aan mavoleerlingen, zoals hoge cijfers of motivatiebrieven."

De plek waar je in het eerste jaar zit, is bepalender geworden voor waar je terechtkomt. "Vmbo lijkt een voortijdig 'game over' in de onderwijscompetitie."

Marijn (11): 'Mavo-havo-advies vind ik hartstikke goed voor mezelf'Beeld Carly Wollaert

Ze begrijpt ouders wel die lobbyen voor een hoger advies of hun kinderen naar bijles sturen totdat ze in het havovakje komen. "Het is niet zozeer een afkeer van het vmbo - ook veel havisten volgen graag praktijkgericht onderwijs -  maar een manier om de opties open te houden."

Ook Vera (11) wil graag de weg naar de havo open houden. Ze is trots op haar advies, vmbo-t/havo, en staat te springen om aan de middelbare school te beginnen. "Het Sweelinck staat hoog op mijn lijstje, net als Spinoza, daar hebben ze vmbo, havo en vwo."

Haar vader Robert Abma kent de obsessie van sommige ouders voor een zo hoog mogelijk advies. Maar hij heeft vertrouwen in de deskundigheid van zijn dochters leerkracht. "Wat voor zin heeft het als ze nu al op haar tenen moet lopen? Het is beter te zorgen dat ze op de best passende plek terechtkomt, waar ze gelukkig wordt."

Zelf deed de ict'er ook mavo, en klom via het mbo naar het hbo. "Ik was een slow starter."

Mindere mensen?
Toch schrikken veel hoogopgeleide ouders als hun kind een vmbo-advies heeft. "Ouders durven op feestjes niet eens te vertellen dat hun kind vmbo heeft, ze vinden het vaak erger dan hun kinderen zelf," zegt Roel Schoonveld, ex-rector van het Amsterdams Lyceum en nu directeur van Scholengemeenschap Reigersbos.

De school gaat de vmbo-kaderafdeling afstoten om een mavo-havo-vwo-lyceum te worden. "Mensen deinzen soms een beetje terug als er een vmbo-afdeling is, en we kregen daar ook steeds minder aanmeldingen. We noemen vmbo-t ook mavo, om mavo los te trekken van vmbo-basis en -kader."

Op het Amsterdams Lyceum koppelde Schoonveld de mavo-afdeling los, en later de havo, waardoor de school categoraal vwo werd. Nu is het een van de populairste scholen van de stad.

De manier waarop kinderen een school kiezen heeft daarmee te maken. Een rapport van de UvA en VU laat zien dat Amsterdamse scholieren hun school kiezen op basis van afstand, maar ze kijken ook of hun niveau het laagste is dat een school biedt.

Ouders durven op feestjes niet eens te vertellen dat hun kind vmbo heeft, ze vinden het vaak erger dan hun kinderen zelf
Roel Schoonveld
Vera (11) en haar vader ­Robert Abma: 'Kies een school waar je niet op je tenen hoeft te lopen'Beeld Carly Wollaert

Een havist gaat liever naar een havo-vwo-school, een mavoleerling naar een mavo-havoschool en niet een breed vmbo-college. Daar dalen de leerlingenaantallen.

Elffers ziet de behoefte van hoogopgeleide ouders voor een hoog niveau voor hun kinderen als 'statusbehoud'. "Het is tegenwoordig niet meer zo bijzonder als je naar het hoger onderwijs gaat. Maar zonder een hoog opleidingsniveau bereik je helemaal moeilijk de top. Het is dus extra belangrijk geworden dat de volgende generatie ook hoogopgeleid raakt."

So fucking what? dacht Frans Wijngaarden toen zijn zoon (nu 15) vmbo-kaderadvies kreeg. Zelf universitair opgeleid tot psycholoog, heeft Wijngaarden nooit gedacht dat het geen goed advies was. "Mijn zoon zat ook op zo'n basisschool waar ouders denken: alleen gymnasium is goed genoeg. Zijn die kinderen mindere mensen? Rot een end op."

Zijn zoon is blij op zijn vmbo-college en wil een koksopleiding gaan doen. "De stad staat te schreeuwen om koks, is hij echt minder goed af dan iemand die een of andere universitaire studie heeft gedaan?"

Niveautje hoger
Ook onder laagopgeleide ouders is er zorg over niveau. Maxe de Rijk werkt als docent op een vmbo/praktijkschool en ziet daar ouders bezorgd vragen hoe snel hun kind een niveautje hoger mag doen. "Daardoor zitten de nieuwe leerlingen de eerste dagen in de klas alsof ze hebben gefaald en op een school voor domme kinderen zitten. Terwijl je ze juist in korte tijd ziet opleven, omdat eindelijk wordt gezien wat ze goed kunnen. De reputatie van het vmbo doet me echt pijn."

Er bestaat een vertekend beeld van het vmbo, stelt Theo Jaspers, die al jaren op vmbo's werkt en nu directeur is op het Sweelinck. "Er is soms een rauwere sfeer op vmbo-basis- en -kaderscholen, maar het groepje probleemscholieren is altijd klein." En, waarschuwt hij, het is altijd beter een niveautje hoger te doen na een jaar, dan weer af te zakken omdat je een te hoog advies had. "Dat is demotiverend. Als het erin zit, komt het er wel uit."

De vrolijke Marijn (11) is een jongen met veel zelfkennis. Hij was eigenlijk verrast dat zijn advies mavo/havo was. "Ik ben best druk in de klas." Hij wil bioloog worden, maar dat is via het hbo en de universiteit nog een weg te gaan.

Toch wil hij zeker niet tegen heug en meug naar de havo. "Mijn neef moest van zijn moeder op bijles om havo te halen. Toen zat hij erop, moet hij een jaar later toch naar mavo. Dat is helemaal niet leuk."

'Mijn neef moest van zijn moeder op bijles om havo te halen. Toen zat hij erop, moet hij een jaar later toch naar mavo. Dat is helemaal niet leuk'

Advies zegt niet alles

Leerlingen met een vmbo-t-advies halen vaker een havodiploma dan kinderen met een havoadvies die via een vmbo-diploma alsnog naar de havo gaan. Dus wie een havoadvies kreeg en halverwege school naar het vmbo moest, vervolgens een mavodiploma haalde en daarna weer de havo probeerde, had minder succes dan leerlingen die al een vmbo-t- of vmbo-havoadvies hadden en na hun mavo hun havo-diploma haalden, blijkt uit cijfers van onderzoeksdienst OIS. Oftewel: op dat advies moet je je niet blind staren.