Direct naar artikelinhoud

'Haal #MeToo uit media-arena'

Het was groot nieuws en er was een algehele zucht naar spektakel. Maar na #MeToo is het nu tijd om in oplossingen te gaan denken, schrijft Linda Duits.

Het Amerikaanse opinieweekblad Time koos als Person of the Year 2017 de #MeToo-beweging.Beeld epa

Het hoort erbij, dacht ik altijd. Seksueel geweld in de nacht is net zoiets als onrust in het Midden-Oosten of bezuinigingen in het hoger onderwijs: onvermijdelijk en niets aan te doen. Toen de Nachtburgemeester begin september een evenement organiseerde over veiligheid voor vrouwen was ik blij verrast. Ik had me een jaar geleden niet kunnen voorstellen dat clubeigenaren, portiers, dj's en andere betrokkenen constructief zouden nadenken over het bestrijden van ongewenste aanrakingen in het uitgaansleven.

Het ging die dag niet zozeer over het uitwisselen van ervaringen - dat die er in overvloed zijn stond gelukkig buiten kijf. Het ging over oplossingen. Er werden mooie suggesties gedaan, bijvoorbeeld zichtbare bordjes dat seksisme, seksueel geweld, homo- en transfobie en racisme niet getolereerd worden - zoals je in Berlijn vaak ziet. Daarmee maak je als café of club duidelijk waar je voor staat en maak je de drempel lager voor bezoekers om problemen aan te kaarten. In Engeland is 'Ask for Angela' een succes: posters op de wc wijzen vrouwen erop dat je aan de bar naar 'Angela' kunt vragen als je je onveilig voelt op een date of vanwege iets anders.

Het evenement van de Nachtburgemeester kwam niet uit de lucht vallen. Seksueel geweld is hét gedeelde thema onder jonge feministen die de afgelopen jaren steeds harder van zich hebben laten horen. Waar ik als veertiger mezelf wijs maak dat ik het moet accepteren als onderdeel van het leven, pikken zij het niet en spreken ze zich er onverbloemd tegen uit. Ze hebben groot gelijk en ik ben hun dankbaar. Het domein van die jonge feministen is het ­internet en in die zin was het viraal gaan van #MeToo te voorspellen geweest.

Gretige media
Er barstte in oktober online een beweging los. #MeToo was groot nieuws en nieuws groeit dankzij ophef. Er waren schandalen, mensen werden ontslagen, maar dat was onvoldoende voor de zucht naar spektakel. Kranten, maar vooral talkshows willen meningen. En dus deed iedere columnist en commentator zijn of haar plasje erover, al dan niet aangemoedigd door hijgerige redacties. Hoe controversiëler de mening, hoe gretiger het medium. De slachtoffers duiken in een slachtofferrol! Het is een volks­gericht, een heksenjacht, seksuele paranoia! Vrouwen moeten juist blij zijn met aandacht, laten we niet vergeten dat mannen vaak ook leuk zijn! Er moet meer humor in het debat, mag er dan helemaal niks meer!

Natuurlijk moet je kritisch zijn. Er valt veel af te dingen op de simplistische en seksistische tegenstelling tussen mannen die per definitie daders zijn en de vrouwen die zij tot prooi maken. Er is amper gesproken over klasse, gender- en seksuele oriëntatie of etniciteit: wel een #MeToo over de witte universiteit, niet voor schoonmaak of sekswerk. Het zijn juist de kruispunten in identiteit die iemand sociaal kwetsbaarder maken en dus makkelijker te intimideren en te manipuleren. Die kanttekeningen zijn voor de ophefmachine niet interessant. In plaats daarvan grepen media de beweging gretig aan om conflict te zoeken, dat uiteraard werd gevonden.

De slachtoffers duiken in een slachtofferrol! Het is een volksgericht, een heksenjacht!

Misschien dat #MeToo daarom door sommigen - onder wie minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en premier Rutte - een discussie werd genoemd. Maar we mogen toch aannemen dat er geen inhoudelijk menings­verschil is. Het misbruiken van je positie om ondergeschikten tot seks te manen is nooit ­acceptabel, een vreemde een klap op de kont geven ook niet. Waar we met elkaar over in ­gesprek moeten, zijn de oplossingen.

Daarover ging het nauwelijks. Er zijn specifieke mensen op non-actief gesteld en de Tweede Kamer nam een motie aan om seksuele weerbaarheid, diversiteit en veiligheid onderdeel te maken van het curriculum. Scholen zijn echter al sinds 2012 verplicht aandacht te besteden aan seksuele diversiteit. Een rapport van de ­Onderwijsinspectie laat zien dat ze maar wat aanklooien. Ze weten niet goed hoe en docenten voelen zich er ongemakkelijk bij. Zolang de politiek niet specifieker aangeeft wat precies onderwezen dient te worden, hoeven we hier weinig van te verwachten.

Onderliggende mechanismen
Er is bovendien een verschil tussen weten dat iets niet mag en iets ook niet doen. Hoe kan het dat de opperschurk van #MeToo, Harvey Weinstein, meebetaalde aan de leerstoel vernoemd naar überfeminist Gloria Steinem aan Rutgers University? Om seksuele intimidatie tegen te gaan moet je kijken naar de onderliggende mechanismen.

Wat maakt bepaalde mensen tot daders? Dwang en geweld gaan over macht en daarover praten is moeilijk. De media-arena is volkomen ongeschikt voor dat gesprek. Op sociale netwerken en in talkshows draait het niet om uitwisseling en solidariteit, daar gedijen sensatie en polarisatie.

#MeToo was net als haar voorgangers #zeghet en #YesAllWomen een collectieve biecht die onmogelijk was geweest zonder media. De gedeeldheid en massaliteit ervan onderschrijven dat deze ervaringen gedenkwaardig zijn en hebben kracht gegeven (het aantal meldingen in Nederland is verdubbeld). Nu is het noodzaak om het thema uit die media-arena te halen en daadwerkelijk verandering teweeg te brengen.

De vraag voor 2018 is daarom: wat kunnen we doen om een volgende mediahype hierover te voorkomen?

Linda Duits is socioloog en publicistBeeld .