Direct naar artikelinhoud

Mokumse melange uit de theetuin in Bos en Lommer

Ondernemer Sean van Oort (29) zegde zijn baan op om in zijn kruidentuin in Bos en Lommer te werken. Met theemerk Kruidenthee Amsterdam wil hij de hele stad veroveren. 'Ik ben heel selectief in wat ik oogst.'

Zonder enige ervaring als tuinder begon ondernemer Sean van Oort een eigen 'theetuin' in Bos en LommerBeeld Dingena Mol

Sean van Oort grijpt in hoge basilicumplanten in een moestuinbak. "Moet je ruiken," zegt hij, terwijl hij zijn hand naar zijn neus brengt. "Mensen denken bij basilicum en tijm vaak aan pasta en pizza, maar in thee is het ook top."

In moestuinbakken ernaast groeit salie, rozemarijn, ­lavendel, dropplant, verbena en monarda (bergamotkruid). Die laatste heeft volgens Van Oort een 'earl grey-achtige' smaak. We zijn in een binnentuin in Bos en Lommer, waar Van Oort planten kweekt voor zijn bedrijf Kruidenthee Amsterdam. Een jaar geleden zegde hij zijn baan op om zich fulltime op zijn onderneming te storten.

Kruidengeneeskunde
In twee jaar tijd stampte Van Oort het theemerk uit de grond. Uit de Amsterdamse grond, want de ­ingrediënten voor zijn theeën verbouwt hij zoveel ­mogelijk zelf. Nadat hij op zijn zeventiende van school was gekomen, ging hij direct werken: in een fabriek, in de horeca, als kok en als timmerman. Ervaring als tuinder had hij niet. ­"Gewoon doen. Zo heb ik alles geleerd in het leven."

Via zijn broer, die acupuncturist is, kwam Van Oort drie jaar geleden in aanraking met de kruidengeneeskunde. Hij volgde een tweejarige kruidenvakopleiding in Groningen, waar hij over de geneeskracht van planten leerde, en las boeken over kruiden kweken. "Ik wilde altijd al ondernemer worden," zegt Van Oort.

"Wat zou in Amsterdam werken? vroeg ik me af. Het stadsboeren was in opmars, ik wilde iets met kruiden doen. Op een gegeven moment appte ik naar mijn vader: 'Ik wil mijn eigen kruidentuin. Dromen mag, toch?'"

Kale moddervlakte
Tot een jaar geleden deed hij het tuinierswerk naast zijn fulltimebaan als administratief medewerker bij een ­aannemers-architectenbureau. Hij ging live met zijn ­website en zo begon zijn onderneming. 's Nachts pakte hij bestellingen in.

Met de tuin van 900 vierkante meter had hij geluk. Hij deed een oproep op Facebook of iemand een binnentuin van een huizenblok wist die niet in gebruik was, en kreeg een tip. Van Oort nam contact op met de eigenaar, een vastgoedhandelaar, en die reageerde tot zijn verbazing meteen enthousiast.

"De tuin was volgegroeid met ­'gemeentebosjes', zoals ik ze noem. Eén ordeloze groene massa. Ik huurde een graafmachine en heb daarmee de tuin ­helemaal leeggehaald." Van Oort laat op zijn telefoon een foto zien van een kale moddervlakte. "Toen zag het er zo uit."

Niet iedereen was even enthousiast over de verbouwing van de binnentuin. Sommige omwonenden waren bang dat hun privacy zou worden geschonden. "Maar over het algemeen zijn mensen heel positief. In plaats van op een saaie binnentuin kijken ze nu uit op iets zinvols."

Selectief plukken
De eerste grote bestelling kwam van de gemeente ­Amsterdam. "Op een gegeven moment kreeg ik een belletje van iemand die de kerstpakketten voor de ambtenaren samenstelt. Ze wilden een zakje Kruidenthee bij elk pakket steken, in totaal achttienduizend stuks."

Avondenlang zat hij aan de keukentafel zakjes te vullen. Hij kreeg hulp van zijn vader en zus. Andere klanten volgden, onder andere Roest, BBrood, Hotel Buiten, restaurant Morris & Bella en Pakhuis de Zwijger schenken Kruidenthee Amsterdam of stallen de pakjes uit op de toonbank. Als het aan Van Oort ligt, blijft het daar niet bij. "Ik wil heel Amsterdam veroveren."

Theeondernemers waren er al in ­Amsterdam - denk aan merken als Mr. Jones en CiTea- maar geen ­enkele daarvan kweekt de planten zelf, zegt Van Oort. Volgens hem is het aan de smaak te merken dat hij met de hand oogst. "Zie je dit?" vraagt hij, wijzend op een verbenablaadje met een bruin randje.

"Zo'n blaadje pluk ik niet. Ik ben heel selectief in wat ik oogst. Bovendien gaat onze thee rechtstreeks naar de klant, terwijl ze bij grootschalige kwekerijen vaak lang in de verpakking staan." In de theeën van Kruidenthee Amsterdam zitten ook ingrediënten die niet in ­Nederland groeien, zoals kurkuma, gember en kaneel. Die kruiden koopt Van Oort in, net als de groene, zwarte, witte en rooibosthee.

De frisse Amsterdammer
In de ijzeren wasbak die midden in de tuin staat, spoelt Van Oort de slakken en insecten uit de oogst. "Als ik in de tuin werk, heb ik niet het gevoel dat ik in Amsterdam bezig ben," vertelt hij. "Je ziet hier bijen, hommels, vogels, katten... en het is hier lekker stil. Aan het eind van de dag is mijn hoofd leeg."

Mensen denken bij basilicum en tijm vaak aan pasta en pizza, maar in thee is het ook top

Na het wassen gaan de planten in een droogapparaat. Het melangeren van de kruiden doet hij naar eigen smaak - "Ik probeer gewoon dingen." Zo bedacht hij de melange De frisse Amsterdammer, een van de bestverkochte smaken. Die bestaat uit een mix van zoethout, vlierbloesem, ­citroengras, en munt, brandnetel en venkel uit eigen tuin. Volgens Van Oort verkopen vooral de ­theesoorten met leuke ­namen goed, zoals Bloemenmeisjes en Warme groet.

Het inpakken en sealen van de eenkopszakjes gebeurt sinds kort gedeeltelijk machinaal. De pakjes worden ­vervolgens gevuld door Cordaan, waar mensen met een verstandelijke beperking werken. Voor het stempelen van het logo heeft Van Oort nu een stempelapparaat. Eerder deed hij het met de hand.

Kruidenvlaag
Wie een pakje Kruidenthee Amsterdam bestelt, krijgt het persoonlijk aan de deur overhandigd. In zijn zelfvervaardigde bakfiets brengt Van Oort bestellingen rond in de ­hele stad. Desnoods fietst hij ervoor naar Zuidoost of richting Badhoevedorp. "De afwisseling van met mijn handen in de aarde wroeten en de bestellingen bij klanten thuis afleveren maakt het zo leuk."

Van Oort kan net rondkomen van de opbrengst, 'maar het moet nog wel beter worden'. In de toekomst wil hij met vrijwilligers gaan werken, bijvoorbeeld met mensen die tegen een burn-out aan zitten. Tot nu toe deed hij dat niet uit praktische overwegingen. "Vrijwilligers vinden het hartstikke leuk om met hun handen in de grond te werken, maar niet als het regent. Bovendien hebben ze vaak een rugzakje."

Terwijl we tussen de moestuinbakken door lopen, komt hier en daar een geurige kruidenvlaag voorbij. De planten staan in kluwen bij elkaar en niet netjes in rijen zoals bij ­reguliere kwekers. Er tussendoor groeien plukken gras of ander onkruid. Zaden die aan komen waaien, laat Van Oort meestal gewoon ontkiemen. Dat is goed voor de vruchtbaarheid van de grond, weet hij. "Ik moet wel altijd opletten dat ik geen verkeerde planten oogst," zegt hij. "Want als er een giftige bij zit, kun je je bedrijf opdoeken."

Vrijwilligers vinden het hartstikke leuk om met hun handen in de grond te werken, maar niet als het regent