Direct naar artikelinhoud

Claudia de Breij: 'Ik denk nooit: ze zitten er toch wel'

Claudia de Breij (43) zou over een paar jaar wel in Duitsland willen ­spelen. In kleine ­zalen. 'Je moet niet onverstoorbaar doorgaan met wat je al beheerst.'

Claudia de Breij: 'Het duurt tenminste honderd avonden op de planken voor je weet: zó moet de show zijn'Beeld Hans Peter van Velthoven

"De oudejaarsconference in 2016 ­betekende veel voor me. Ik bleek er voor iedereen, 3 miljoen kijkers, te zijn. Mensen die mij altijd als 'links en lesbisch' beschouwden, hadden ineens een mooie oudejaarsavond. En ach, dat vooroordeel mogen ze hebben. Ik heb er ook weleens een. Natuurlijk hield ik mijn hart vast."

"Je kunt winnen, maar ook dramatisch verliezen. Ik was de eerste vrouw die de conference deed. De messen waren geslepen. 'Zie je wel dat ze het niet kunnen...' Ik kreeg complimenten van Youp van 't Hek, Herman Finkers, van Paul van Vliet en André van Duin. En bloemen van Joop en Janine van den Ende."

"Die waardering had ik nodig. Ik had me zó schrap gezet. Ik was na afloop helemaal niet blij of trots, alleen maar opgelucht. Als je het verknalt, ben je jaren bezig je carrière weer op te bouwen."

Intensief
"Tot februari van dit jaar had ik pijn in mijn schouders - pas daarna kon ik ontspannen en genieten. Dat zit nu eenmaal in me. We hebben er dit seizoen met #NU inmiddels tachtig voorstellingen opzitten en het ­album met dezelfde titel is uit. Later wordt het beter, de single, is al 200.000 keer beluisterd op Spotify."

"Met vriend Jochem Myjer heb ik gemeen dat ik nu pas denk: de voorstelling wordt goed. Het duurt ten minste honderd avonden op de planken voor je weet: zó moet de show zijn."

"Het schrijfproces is intensief. Ik ­onderzoek dingen. Lees, spreek met slimme mensen die verstand hebben van geopolitiek, geschiedenis, van revoluties... In die fase spartel je. Bij de première kun je zwemmen, controleer je de golven. Dan loop je over het water."

Dwarsliggers
"Ik blijf dicht bij mezelf. Met al mijn twijfels. We leven nu in een ­zware, maar tegelijk opwindende tijd. Zwarte Piet, de genderdiscussie, #MeToo. De Australische comedian Hannah Gadsby legt dat mooi bloot. Voor 'straight white men' is het een beetje wennen, want plots zijn ze zélf een categorie. Net als bijvoorbeeld zwarte en lesbische vrouwen. De vaststaande volgorde verandert, de hiërarchie verschuift."

"Je kunt daar heel strijdbaar in zijn. Of bozig. Ik probeer er vooral de lol van in te zien. In mijn show is de keuze aan de kijker. Ik vertel niet hoe het moet. Dat is net zo onzinnig als mensen vragen te gaan staan bij het volkslied. Als iemand het niet voelt, is het zinloos."

"Het is fascinerend dat veel grote mensen om het hardst roepen dat sinterklaas een kinderfeest is. Nou, waarom ben jij dan zo boos als volwassene? En als je zo dol bent op ­Nederland, schmink je dan oranje. Of verf plompenbladen op je gezicht als je je een echte Fries voelt."

Hardliners
"Nee, geen roetveegpiet, alsjeblieft. Het idee is immers dat je juist niet ziet dat het ome Henk is. Je kunt genoeg goede dingen verzinnen die evenmin ergens op slaan als de schoorsteen. Zolang wij kinderen laten geloven dat een paard op het dak kan galopperen, kun je ze alles wijsmaken. En ach, op die leeftijd zijn ze uiteindelijk alleen geïnteresseerd in de cadeaus."

"Ik ken te veel mensen met een kleur die als kind onder het sinterklaasfeest hebben geleden. Verdriet hebben gehad. Toch zeg ik ook: schiet de voorstanders van Zwarte Piet niet bij voorbaat af. Het gevoel van traditie mag er ook zijn. Maar de hardliners in de beide kampen lijken gehecht aan het gevecht."

Als ik uitsluitend op zoek moet naar smetten, kan ik met niemand meer praten

"Laatst zei ik iets aardigs over de ­Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Katwijk, die estafettediensten houdt om een gezin te beschermen dat uitgezet dreigt te worden naar Armenië. Wat wordt er dan meteen geroepen? 'Weet je wel hoe die kerk naar vrouwen en homo's kijkt?'"

"Tja... als ik bij mensen uitsluitend op zoek moet naar smetten, kan ik met niemand meer praten.Veel kerken hebben moeite met delen van mijn werk. Maar er wordt in menig kerk wel Mag ik dan bij jou door het koor gezongen. Prima toch?"

"Ik leid een druk bestaan. Cabaretier, verantwoordelijk voor mijn eigen ­impresariaat. Echtgenote van Jessica met wie ik twee jongens heb. En ja, ik ben ook nog voorleesmoeder."

Running gag
"Als ik op tournee ben, wordt het altijd laat. Jessica brengt de jongens naar school. Op hun ­manier doen ze zachtjes, keihard dus. Praten ze over Fortnite en andere games. 'Ik heb dit en dat zwaard...' Dan draai ik me nog eens lekker om. En ben ik gelukkig."

"Ik wil altijd rond vier uur in het theater zijn. De band, de technische ploeg, we zijn één grote familie. Eén technicus komt altijd mijn kleed­kamer binnen als ik net in mijn beha sta. Moet kunnen, het is inmiddels een running gag."

"Ik speel altijd of het mijn laatste voorstelling is. Tien jaar geleden dacht ik nog weleens: dat doen we vanavond even... De verbeelding!"

"Ik denk nooit: ze zitten er toch wel en zijn blij dat ze een kaartje hebben. Mijn publiek moet er ook volgend seizoen zijn. Je mag nooit aan succes wennen. Daarom zou ik weleens een uitstapje willen maken. Misschien over twee, drie jaar. Naar Duitsland bijvoorbeeld, spelen in kleine zalen. Iets opzoeken waarvan je zeker weet dat je het niet kunt. Want je moet de taal beheersen. De sfeer, kleur en politieke toon van een ander land ontdekken. Je moet niet onverstoorbaar doorgaan met wat je al beheerst."

"Jessica en de jongens - ze zijn acht en tien - houden me aards. Ik ging laatst met de oudste naar de show van Jochem Myjer. 'Mam, ik vind jou goed, maar Jochem is beter.' Zo hoort dat bij een jongen van tien."

"Tijdens de oudejaarsconference mochten ze opblijven. De volgende dag informeerden ze, meer beleefd dan gemeend, hoe het was gegaan. Maar je merkt dat het ze eigenlijk geen bal interesseert. Op die leeftijd zijn ze de ster in hun eigen verhaal en spelen wij de bijrollen. En terecht."

19/3 t/m 22/3 in Carré.
Info en kaarten: www.claudiadebreij.nl

Mijn zoon zei: mam, ik vind jou goed, maar Jochem is beter