Direct naar artikelinhoud

Verpleegkundige Gert Terink: 'Ambulance is te druk met onzin'

Wie iets wil doen tegen de werkdruk in de ambulancezorg, moet het gemak aanpakken waarmee mensen 112 bellen. 'Mensen denken gelijk dat ze doodgaan,' zegt Gert Terink, die een kwart eeuw 'op de weg' werkt.

Ambulancebroeder Gert Terink (onder) is een oudgediende, die soms gefrustreerd is. 'Ik ben geen oppas'Beeld Carly Wollaert

De 112-melding kwam op een druilerige zaterdagochtend. Een jongetje, tien jaar, had een bal tegen zin hoofd gekregen tijdens een voetbalwedstrijd. Het kind zou weleens nekletsel kunnen hebben, zo vreesde de beller.

Ambulanceverpleegkundige Gert Terink, 55 jaar oud en al 25 jaar 'op de weg', had dienst en werd er met gillende sirenes naartoe gereden.

In een kwart eeuw heeft hij nog nooit een jongen met nekletsel naar het ziekenhuis hoeven brengen na een kopbal, dus hij dacht er het zijne van.

"Maar wij gingen er met alle toeters en bellen heen. Toen wij aankwamen, lag de jongen al een kwartier op het natte kunstgras, bibberend van de kou. Iemand hield zijn hoofd keurig in een neutrale positie, zoals je dat op de EHBO-cursus leert. Een ander hield een paraplu boven hem."

Wat bleek? Nou, niks. "Hij had hoofdpijn. Niet zo raar als je een bal hard tegen je hoofd krijgt. Hij had meer last van de kou dan van zijn nek."

Schadeformulier
Dat was het begin van een werkdag vol wissewasjes. De wagen met Terink scheurde vervolgens naar een vrouw van middelbare leeftijd die zich had verstapt en nu een dikke, pijnlijke enkel had.

"Ze zat in een auto. Haar man zat achter het stuur. Waarom reed hij haar niet naar een huisarts? Daar hoef je geen ambulancerit à 500 euro aan te verspillen."

In de namiddag boog Terink zich over een ­Engelse toerist die zichzelf en het trottoir had ondergekotst. De dronkenlap was medisch oké, maar te laveloos om te lopen.

Na wat geruststellende woorden en het advies een taxi te bellen gingen Terink en zijn collega weer door. Hij werd door de meldkamer met spoed naar een ongeval gestuurd. Melding: mensen met nekklachten. "Ter plaatse stonden alle slachtoffers hun schadeformulier in te vullen."

Dus reed Terink aan het einde va­n de dag - met al zijn kennis en een ambulance vol apparatuur voor het redden van levens die aan een zijden draadje hangen - gefrustreerd terug naar de standplaats, waar deze week stiptheidsacties worden gehouden voor hoger loon en lagere werkdruk. Nou, voor dat laatste heeft hij een oplossing: zelfredzaamheid. Zorg dat mensen weten waarvoor ze naar 112 mogen bellen.

Knoest van een vent
Terink werkt als uitzendkracht bij ambulancediensten door het hele land. In Utrecht, Rotterdam, Amsterdam, maar ook buiten de Randstad. Hij praat dus op persoonlijke titel, vanuit zijn ervaring in de ambulance. Terink is van het type dat zijn naam suggereert: een knoest van een vent met een stoere kop, duidelijke taal en een motor."

"Hij wil niet de gefrustreerde ambulancebroeder uithangen, want het is een prachtvak. Hij en zijn collega's zijn vrijbuiters, altijd op straat, die soms nog stiekem een broodje kunnen halen. Maar het zijn ook geschoolde mannen en vrouwen, die cursussen moeten volgen en accreditatiepunten moeten halen om mensen in levensbedreigende situaties te helpen. "En dan moet je dat soort onzin gaan doen."

Het is een probleem van de stad, in de polder bellen mensen pas als ze onder de trein liggen
Vaak worden ziekenwagens op laveloze stappers afgestuurd. 'Dat gaat ten koste van anderen die zorg nodig hebben'Beeld Getty Images

Het is een typisch stadsprobleem, zegt Terink. "In de polder bellen mensen pas als ze onder de trein liggen." Uit die hausse meldingen is het voor de centralist op de meldkamer vaak moeilijk om in te schatten hoe ernstig het is, zegt ­Terink. Vaak valt het mee.

"Ik heb ook weleens bij mensen met griep gestaan. Dan vallen ze flauw. Mensen denken gelijk dat ze doodgaan." Of een whiplash. "Geen ziekenhuisindicatie, maar paracetamol en eventueel naar de fysiotherapeut." Hij wil de klacht niet bagatelliseren, maar je hoeft geen spoedambulance te bellen.

"Het is een soort afschuiven. Niks kwaads over de politie, want die is echt onze beste vriend, zeker in ons werk. Maar de politie laat ons ook altijd komen, 'voor de zekerheid'. Ook als iemand zegt dat hij geen ambulance hoeft: 'Doe toch maar.' Ze durven hun nek niet meer uit te steken, nemen geen verantwoordelijkheid."

Volle ziekenhuizen
Bovendien zijn er ook protocollen die maken dat Terink er op af moet. "Als iemand van boven de veertig op zijn hoofd is gevallen, moet ik hem volgens protocol naar het ziekenhuis brengen. Maar als ik iedereen zou vervoeren die in de stad op straat valt, dan moeten alle ziekenhuizen een opnamestop afkondigen."

Vooral de klanten die na een avondje stappen laveloos op de stoep liggen, of die zichzelf door de drugs niet meer onder controle hebben, vreten kostbare tijd en inzet van de stad. "Dat zijn volwassen mensen die zich helemaal laten gaan. En ik als ambulancemedewerker mag het oplossen. Ik ben geen oppas."

"In het ziekenhuis zeg ik bij zo'n figuur: 'Sorry jongens, hij is op zijn hoofd gevallen en hij heeft gedronken. De volgende gaat naar een ander ziekenhuis.' Maar als ik een oud vrouwtje met longproblemen niet naar haar vertrouwde ziekenhuis kan brengen, omdat de spoedeisende hulp vol ligt met van die jankerds, dan frustreert dat wel."

Lees ook: Ambulancepersoneel breidt acties uit

Erg makkelijk

Ambulance Amsterdam ziet ook dat er 'laagdrempeliger' naar 112 wordt gebeld. "Dat heeft meerdere oorzaken," zegt plaatsvervangend directeur Frank Berg. "Iedereen heeft een mobiele telefoon, het is dus makkelijker om te bellen. In Amsterdam speelt mee dat er veel toeristen zijn die wel het alarmnummer kennen, maar niet weten hoe ze bij een huisarts komen."

De drukte bij alle vormen van spoedzorg in de stad speelt volgens hem mee. "Als mensen de huisarts niet bereiken, bellen ze 112. Aan onze centralisten de taak om het kaf van het koren te scheiden." Het zou daarom goed zijn als mensen zich meer bewust zouden zijn van de rol van de ambulancedienst. "Het zou al helpen als je kinderen op school zou vertellen wat de politie doet, waar de brandweer voor is en wanneer je 112 belt voor een ambulance."