Direct naar artikelinhoud
Column

Ik ga neer als een voetsoldaat in een mosterdgasaanval

Thomas AcdaBeeld Wolff

In de herenkleedkamer van het ­beste zwembad van onze stad ­begin ik met gezonde tegenzin aan het allermoeilijkste in de zwemsport; het aantrekken der sokken. Je krijgt je voeten nooit droog genoeg en de rest van het lijf breekt het zweet uit omdat het altijd tropisch vochtig en warm is in die kleedkamers.

Kan niet anders, weet ik ook wel, maar het gevolg is steevast dat ik straks de Amsterdamse natte kou in stap terwijl ik zelf de temperatuur en warme slapheid van een in de magnetron opgewarmd saucijzenbroodje bezit. En er wacht mij nog een aanstaande ramp: de nevelwolk van de ­deodorant van mijn buurman.

Terwijl ik wanhopig worstel met een sok hou ik de halfnaakte man naast mij openlijk in de gaten. Een potentiële spuiter. Daar gaat ie al. Ik lees de naam op het blik maar huilde al inwendig toen ik zag dat het een zwarte spuitbus betrof. Axe. Het gifgas onder de deo's. Als ie me raakt, zal ik de rest van de dag stinken naar een in vochtige grond half begraven hondenlijk.

Je ziet de mensen in de fabriek rollen over de vloer terwijl ze stickers plakken. Fresh ­forest, ha ha ha, hoe kwamen ze erop?, ­terwijl een nieuwe koperen ketel voorzien wordt van drie jaar geleden afgekeurde Hemaworst en andermans peuterdiarree­luiers. Beschermt tegen luchtjes van buitenaf. Dat is niet gelogen. Het is zo zwaar en dik dat zelfs zuurstof er niet doorheen komt. 

Ik moet opschieten, pak de andere sok en hink-stap-spring richting de deur, zwem­spullen koop ik wel nieuw en mijn jas, ach, zo koud is het niet. Ik ben halverwege als het halfnaakte model zich in zijn eigen wolk omdraait en lustig om zich heen spuit. Zoals hij waarschijnlijk zag in de ­reclame. Want dan komen al die vrouwen achter je aanrennen. Wat hij niet weet is dat die vrouwen eigenlijk vluchten en dat ze daar later een rennend mannenmodel vóór gemonteerd hebben. 

Het gas raakt me vol in het gezicht. Ik ga neer als een voetsoldaat in een mosterdgasaanval. Een bokser na een welgeplaatste uppercut. Vanaf de vloer zie ik de man een shirt aandoen, een jas en 'goedemorgen' roepend vertrekken. Ik stuiptrek gedag, vóór alles goed opgevoed.

Mocht hier volgende week geen stukje mijnerzijds staan, dan hebben de axers mijn kritiek niet als opbouwend gezien en zal in 2020 een nieuwe variant op de markt komen. Misschien eerder. Maar ik neem aan dat ze mijn ontbinding eerst in geuren en kleuren willen vieren, in plexiglas midden op het fabrieksterrein kaltgestellt.

Thomas Acda (1967) is zanger en acteur. Voor Het Parool beschrijft hij wekelijks zijn observaties van 'de' Amsterdammer.

En er wacht mij nog een ramp: de nevelwolk van de ­deodorant van mijn buurman