Direct naar artikelinhoud
Column

De ruzie ging nog even door. Tot in de verte Wijsheid opdoemde

Theodor HolmanBeeld Wolff

Offer en Medelijden liepen over het strand. Ze vroegen zich af wie de grootste mensenvriend was.

"Dat ben ik," zei Offer, "mensenvrienden offeren graag. Ze geven hun huis aan vluchtelingen, ze schenken hun eigen geld weg zodat de eenvoudigen van geest beter van kleed kunnen worden en een stuiver daags krijgen voor hun innerlijk welbehagen. Op mij, Offer, zijn grote maatschappelijke zienswijzen gebouwd en daar ben ik trots op!"

"Je bent blind en doof," zei Medelijden, "de mensen hebben een hekel aan je. Ze offeren liever niets. Ik daarentegen ben een echte vriend der mensen. Ik ken bijna geen menselijk wezen dat geen medelijden heeft. Met vluchte­lingen, met mensen van kleur, met mensen die in moskeeën en kerken komen. Heb medelijden, heb medelijden, roepen ze allemaal."

"Jij bent een gesel. Jij bent totaal geen mensenvriend, Medelijden. Je bent een hoer. Het lijkt of je liefde geeft, maar je geeft niets. Je bent goedkoop. Medelijden kost niets. Je bent een lichtzinnig beeld van kaarsvet. Je lijkt aantrekkelijk, maar zodra iemand je vastpakt, smelt je tot een plas."

De ruzie ging nog even door. Tot in de verte Wijsheid opdoemde.

"Laten we omdraaien en wegrennen," zei Medelijden.

"We kunnen ons ook opofferen en net doen of we naar hem luisteren," zei Offer.

Zo gezegd, zo gedaan.

Ze legden Wijsheid hun vraag voor: wie is de grootste mensenvriend van hen beiden?

"Nou, ik ben het in elk geval niet!" zei Wijsheid, "maar om daar achter te komen, moet ik jullie ieder een eenvoudige vraag stellen. Is dat goed?" 

Offer en Medelijden knikten.

"Offer," vroeg Wijsheid, "hou jij van mensen?"

"Hahaha! Nee, natuurlijk niet! Elke keer als mensen iets offeren, denk ik: of je wordt er ongelukkig van of het heeft geen zin."

"En jij, Medelijden?" vroeg Wijsheid.

"Ik ook niet. De meeste mensen die mij aanroepen, zijn aanstellers. En wie geen aansteller is en medelijden heeft, liegt."

"Precies," zei Wijsheid. 

Hij groette beleefd en liep door.

"Waarom geeft hij geen antwoord?" vroeg Offer.

"Dat zal wel wijsheid zijn. Ik heb dat wel vaker gehoord, dat wijze mensen liever vragen dan antwoord geven en nog liever zwijgen," zei Medelijden die medelijden met Wijsheid had.

Hij riep: "Wijsheid! Als u ons geen antwoord wilt geven, wie is dan wel de grootste mensenvriend?"

Wijsheid draaide zich om en zei: "Dat is natuurlijk het Lijden, sufferds!"

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Als mensen iets offeren, worden ze daar ongelukkig van of heeft het geen zin