Direct naar artikelinhoud
Column

Ze ziet een veld vol mensen met tikkies

Roos SchlikkerBeeld Oof Verschuren

Feestjes waar ze niemand kent zijn de ergste. De vrouw met het verwaaide haar stapt schichtig de ruimte binnen. Wat kwam ze hier doen? O ja, praatje houden. Mooi praatje, maar verdrietig praatje ook.

Haar moeder zou het fijn hebben gevonden. Niet omdat het over haar ging, maar omdat het voor de haren was. Zij die ook een tikkie hadden. Een diagnose. Een dossier. Zelf heeft de verwaaide vrouw geen dossier. Een tikkie misschien wel. Weet zij veel. Hoe meer normaal je in jezelf zoekt, hoe gekker je wordt.

Als een reddingsboei drijft er plotseling een hand voor de hare. Daarboven zweven zachte ogen, haar dat rond een meisjesgezicht ligt als paardenbloempluis. "Hallo, ik ben Ellis. Ik sta in het blad."

Ze wijst naar de Qracht500, waarin psychisch kwetsbaren vertellen over hun ervaringen op de arbeidsmarkt. De waaivrouw neemt straks het eerste exemplaar in ontvangst.

Dankbaar schuift ze naast babbelende Ellis. "Ik denk ik stel me even voor. Doe ik altijd. Ik durf iedereen aan te spreken. Vroeger niet. Ik ben autist met een licht verstandelijke beperking. Dat weten ze sinds mijn vijfde. De juf zei tegen mijn ouders: 'Ellis is anders. Ellis wil niet met kinderen spelen. Ellis houdt niet van kinderen.' Dat was niet zo. Ik hield niet van onverwachtse kinderen. Dan kroop ik liever weg."

Hallo, ik ben Ellis. Ik sta in het blad.

Dat doet ze niet meer. Via de vereniging voor mensen met een verstandelijke beperking geeft ze zelfs voorlichting aan werkgevers die iemand als zij in dienst willen nemen. "Ik heb een arbeidscontract voor 32 uur. Mijn ouders zeggen nu: 'Ellis is geen zorgenkindje. Ze is onze dochter.'"

De waaivrouw is ook een dochter. Ze knikt, paniekerig dubbend of ze de column over haar moeder in de verleden tijd moet voorlezen. "Mensen zijn alleen zo gehaast," zegt Ellis. "Ik kan niet alles bijbenen." De vrouw wil iets terugzeggen, maar hoort opeens haar naam. Het wordt de tegenwoordige tijd, besluit ze zomaar.

Na de ceremonie staart Ellis, colaatje in haar handen, naar een onzichtbare diepte in de menigte. "Als ik te veel prikkels krijg, sluit ik me gewoon af." Handig, besluiten ze samen. Ze praten over alles wat gewoon is en toch bijzonder. Ajax, tv-series, relaties. Ellis had nog nooit verkering.

"Verliefd worden is spannend," zegt ze zacht. "Houden van. Soms denk ik: moet ik geen huisje-boompje-beestje? Maar waarom? Omdat anderen dat vinden? Ik luister niet naar de buitenwereld. Ook niet als die mij gek vindt. Dan denk ik: ach ja, Ellis, zo ben jij."

Ze kletst door. "Het gaat niet om grootse dingen. Lekker werken, contact met mijn vriendinnen, mijn ouders. Dat is al moeilijk genoeg." Het leven is druk, verliefdheid is spannend, het gaat niet om het grootse. De waaivrouw glimlacht. "Veel mensen voelen hetzelfde als jij."

Jij bent toch ook meer dan een autist?

"Maar die zijn geen autist."

"Jij bent toch ook meer dan een autist?" 

"Ja. Ik ben Ellis."

Als de waaivrouw wegstuift naar huis, kijkt ze nog eenmaal om. Ze ziet een veld vol mensen met tikkies. Nog net er bovenuit piepen fijne krulletjes. Paardenbloempluis.

Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool. 

r.schlikker@parool.nl