Direct naar artikelinhoud
Column

Samen staren we naar de wasmachine

Femke van der LaanBeeld Oof Verschuren

Ik heb een documentje aangemaakt op mijn laptop. 'De was' heet het. Het is nog leeg. Vanmorgen kwam de jongste bij me staan. Ik zat voor de wasmachine, hij keek over mijn schouder mee hoe ik ­broeken weer ­binnenstebuiten keerde, truien apart legde, zakken doorzocht.

"Kun je mij ook leren hoe de was moet?" Het was de tweede keer dat hij het vroeg. Een paar weken daarvoor had ik hem met een 'nee joh' laten weten dat dat nergens voor nodig was: voor hij het huis uit is, zou ik het hem wel leren. Als je negen jaar bent, hoef je dat nog niet te weten.

Maar nu is hij terug. Hij wil het wél weten. Ik draai een half rondje op mijn billen en kijk naar hem. In zijn broekzakken zie ik zijn handen bewegen.

Ik weet wat die handen voelen. Een steentje, een ­sleutelhanger, een munt van twintig eurocent, een halve zure mat. Dat is dan alleen nog maar zijn linkerzak.

Hij kijkt me niet aan. Ik wil weer zeggen dat het echt nog niet nodig is om te kunnen wassen, maar de frons op zijn voorhoofd fluistert tegen me dat er al eens iemand was die hem dingen zou leren voor hij het huis uit zou zijn. En kijk hoe dat is afgelopen.

De frons wil het zekere voor het onzekere nemen. Het jongetje dat hier bij de wasmachine staat, leeft in een wereld waarin vaders doodgaan en moeders huilen, en in zo'n wereld kun je maar beter voorbereid zijn. Hij weet hoe zijn ­wekker werkt, hij bakt een prima omelet, hij kent mijn pincode. Het enige wat nog ­ontbreekt om het verder wel te redden, zijn schone ­kleren.

Ik draai terug. "Kom maar dan." Hij kruipt bij me op schoot. Met zijn tenen wipt hij de wasmand omhoog. "De was doen is niet zo moeilijk hoor." Maar ik weet even niet waar ik mijn uitleg moet beginnen. Samen staren we in de trommel. "Weet je wat," zeg ik dan, "ik schrijf het wel voor je op. Mocht het ooit nodig zijn, dan kun je gewoon lezen hoe het moet." Hij knikt en staat op. De frons knikt zachtjes mee.

Mijn vingers hangen boven de toetsen die avond. Bonte was, witte was, dertig graden, veertig graden: wat eerst? Dan zie ik de jongste weer voor me staan. 'Maak altijd eerst de zakken leeg,' tik ik dan. 'Wat je vindt, mag je houden.'

Femke van der Laan (39) schrijft wekelijks over haar leven in de stad na de dood van haar echtgenoot Eberhard, de burgemeester van Amsterdam die op 5 oktober 2017 overleed.

Het jongetje dat hier bij de wasmachine staat, leeft in een wereld waarin vaders doodgaan en moeders huilen