Direct naar artikelinhoud
Column

Het is duidelijk: hier staat de dochter van Thomas Cook

Roos SchlikkerBeeld Oof Verschuren

Het duurt nog een half uur voor we boarden, maar de vriendinnen hebben zich al voor de balie geposteerd. Frisse zestigers, wars van haarverf maar dol op kloeke wandelschoenen en zelfademende Gore-Tex jassen, want je weet nooit of Porto tijdens hun stedentripje wordt overweldigd door een verwoestende orkaan.

"Ha! Vooraan!" roept de eerste vrouw, lurkend aan een enorme waterfles, want er zal maar grote droogte uitbreken. "Kom je later, dan kunnen ze je handbagage in het ruim doen omdat de kist vol is. Jaja, zo gaat dat. Zo is het leven," vervolgt ze met doceerstem.

De waterfles wordt aan een riem gegespt, waarna de eigenaresse van wal steekt. In no-time is het de hele aanwassende rij duidelijk: hier staat de dochter van Thomas Cook, zo veel reiservaring is zelden in één persoon gevat. "O en dat vliegveld in Peru..."

"Neehee, je kunt niet zomaar deodorant meenemen; in Lima denken ze dat dat een handgranaat in je koffer is."

"Difterie en rode hond. Zúlleke injecties. Jij gaat bijna nooit weg, maar die moet je dan dus nemen. Anders kun je het land niet in."

Haar vriendin, een vermoeid ogende vrouw met lief­roze wangen, hoort het aan. "Je kijkt steeds naar het bord," bitst Cook. "Bang voor vertraging? Joh, dat hoort erbij, zo is het leven. Maar ik had die angst vroeger ook hoor, toen ik nog niet zo vaak weg..."

Plotseling kukelt het rolkoffertje van Wangetje tegen dat van Cook, alsof het een klapzoen uitdeelt. "O sorry, gebeurt het me weer, zo stom." Met een bons dominoën de gevaartes op de grond, uit het voorvakje van de bovenste steekt een boterhamzakje als een vlag in de lucht.

Kordaat knalt Cook de boel weer recht. "Ontspán. Blijf bij mij, ik weet het allemaal wel. O, nou mag die jongen met die rolstoel eerst. Nou ja, snap ik. Die geven ze een speciaal plekje. Stewardessen weten: daar wil je niet naast zitten de hele reis. Zo'n uitstekend gebroken ledemaat. Ah, we kunnen. Houd je koffertje goed vast. Néé, niet meer loslaten. Kom, in de benen!"

Ik stel me voor hoe Wangetje de afgelopen dagen door Porto draafde achter Cook die eindeloze kennersreferaten hield over de herkomst van 26 katholieke kathedralen. En dat Wangetje almaar niet dorst te zeggen dat ze smachtte naar wijn en zacht wegsoezen op een terras.

In het vliegtuig knalt Cooks stem luidruchtig door de ruimte. "Rij 8...rij... hè? Niet naast elkaar? Maar we hebben exact 24 uur voor vertrek ingecheckt." De stewardess wijst op de instapkaarten. "Foutje gemaakt?" Cook klinkt verbijsterd. "Ik? Natuurlijk niet."

Dan is het voor het eerst zalig stil. Als ik, eenmaal opgestegen, naar het toilet ga, zie ik haar zitten. Cook. Naast de jongen met het gebroken been. Haar knieën bijkans tegen haar oren, waterfles krampachtig geklemd tussen schoot en verwrongen bovenlijf.

Verderop zit haar vriendin op een ruime plek bij de nooduitgang. Ik meen haar lichtjes te zien glimlachen. Jaja. Zo is het leven.

Roos Schlikker (1975) is journalist en schrijfster van boeken en toneelstukken. Elke zaterdag schrijft ze een column voor Het Parool. 

r.schlikker@parool.nl

Ik stel me voor hoe Wangetje de afgelopen dagen door Porto draafde achter Cook die eindeloze kennersreferaten hield