Direct naar artikelinhoud

Scheepswerf Koning William dicht na twintig jaar klachten

Tot december hield Coen Kerkelaan (71) de boel draaiende op Koning William, een van de laatste historische scheepswerven van Amsterdam. Nu neemt de vernieuwing het ook hier over.

Zonder schepen op de helling heeft de buurt rust, tot de nieuwbouw begintBeeld Jean-Pierre Jans

Coen Kerkelaan betrok als ambitieuze 25-jarige in 1971 de scheepswerf Koning William aan de Hoogte Kadijk. Hij wijst naar een zwart-witprent aan de wand van zijn voormalig kantoortje. "Zie je dat onkruid in dat hoekje? Op het hele terrein stond het zo hoog. De gemeente wilde dat er weer leven in de werf werd geblazen."

Met zoons Vincent en Mitchel en twee andere medewerkers beheerde Kerkelaan de scheepswerf sindsdien 46 jaar. Maar hij zag nu geen andere toekomst meer dan de boel te verkopen. "Er waren constant klachten uit de buurt over geluidsoverlast. Elke week stond er iemand van de milieudienst voor de deur, of een politieauto. Werken werd onmogelijk. Vergelijk het maar met een toko in de stad. Als de buren daar niet blij met je zijn, dan leg je het af hoor."

Geluidsgolven en overlast
In 1997 is de scheepswerf voor 1 miljoen gulden naar de laatste milieunormen aangepast. De gemeente sponsorde een kwart. Desondanks bleven omwonenden klagen. De werkzaamheden op de werf mochten niet meer dan 75 decibel geluid veroorzaken, eisten zij.

Lastig, legt Kerkelaan uit: "Geluid wordt gemeten in golfbewegingen. Stel dat wij met een moker op een plaat slaan. Op het moment van die klap wordt het topje van de geluidsgolf met een tiende overschreden. Daar gingen die klachten over. Lekker dan! Je hoort dat maar een halve seconde. En we deden het niet voor negen uur 's ochtends."

Een groep van veertig bewoners daagde de werf in 2011 voor het gerecht. De zaak kwam tot de Raad van State, maar die besloot dat de Koning William werf door mocht gaan.

Kerkelaan heeft de lijst met namen nog: "Deze veertig wilden me weg hebben. Zelfs de eigenaar van de werf hier tegenover, 't Kromhout, staat erop." De voormalig eigenaar meent goed te weten wie precies klaagden over zijn werf. "Die oude Amsterdammers hebben er geen last van gehad. Het zijn die nieuwe. Eerst denken ze: goh, wat romantisch, zo'n scheepswerf. Maar dan komt er geluid uit en is het opeens niet leuk meer."

Onveilige airbags
In 1986 stond de gemeente woningbouw toe in het gebied rondom de werf en mochten er woonboten komen bij de scheepshelling. "Het was levensgevaarlijk," zegt Kerkelaan. "Je gaat toch ook geen huis bouwen aan het einde van de Bulderbaan op Schiphol. Wij moesten gedwongen maatregelen nemen, airbags plaatsen voor als er iets mis zou gaan. Maar als er een schip te water gaat en een woonark in vliegt, dan helpt zo'n maatregel niet. Het was volkomen onveilig, maar de gemeente gedoogde het."

Dan komt er geluid uit z'n scheepswerf en is het opeens niet leuk meer

Hij verloor de gemeente ook nog eens als klant. "Amsterdam heeft honderd boten," zegt Kerkelaan. "Om te baggeren bijvoorbeeld. Die verdeelden ze over drie werven. Op een gegeven moment stopten ze bij ons. Ze zouden een voorbeeldfunctie hebben en wilden niet geassocieerd worden met geluidsoverlast. Dan valt er werk weg."

Het ervaren onrecht zit hem nog steeds hoog: "De gemeente subsidieert de Kromhoutwerf hiertegenover ook. Daar hebben wij altijd last van gehad."

De 71-jarige Amsterdammer lijkt nogal eens terug te verlangen naar het simpeler leven in vroegere tijden. "Als je destijds een bout nodig had, reed je verderop naar het magazijn. Auto aan de kant van de weg. Dat kan niet meer. Kost gelijk vijf piekies met dat nieuwe parkeerbeleid. De gemeente had eigenlijk in 1998 moeten zeggen: 'Hier heb je je centjes en ga maar weg'. Dat had ze een kwart miljoen gulden bespaard."

Onmogelijk
De Koning William scheepswerf repareerde schepen tot veertig meter, een formaat dat volgens Kerkelaan nu niet meer in de stad wordt bediend. "Op de werven die nog in functie zijn, is het meer doe-het-zelfwerk. En voor kleine scheepjes. Ik heb al woonbootbewoners horen zeggen: 'Waar moeten we nou heen?' Die zullen naar Zaandam moeten. Daar gaat alles heen."

Nog enkele over

Rond 1650 lagen er zeker tweehonderd scheepswerven tussen de Hoogte Kadijk en de Dam. De ­Koning William werf was een van de laatste. Nog wel in functie zijn Bierenbroodspot in de Haarlemmerbuurt en de Kromhoutwerf aan de Hoogte Kadijk.

Bierenbroodspot bestaat sinds 1627 en is daarmee mogelijk de oudste scheepswerf van Amsterdam.

In Noord vestigden zich vanaf 1877 scheepswerven. Daarvan is nu Stella Maris nog in bedrijf.

Zoon Mitchel Kerkelaan (50) vindt het jammer dat het nu voorbij is door het besluit van zijn vader om te verkopen. "Ik weet niet beter. Ik liep hier als klein jongetje al rond, maar het wordt je gewoon onmogelijk gemaakt."

Zelf had Kerkelaan senior ook best nog even verder willen gaan. "Waarom niet? Natuurlijk vind ik het jammer, maar ik hoop voor de buurt dat ze nu rustig kunnen leven."

De Koning William wordt door twee partijen verdeeld. Bootservice Amsterdam is van plan op een deel van het terrein een werf voor kleine elektrische boten in te richten. Daaromheen laat Hubstudios negentig appartementen bouwen. Tien ervan zijn voor 55-plussers, in de 80 andere komen studenten en starters met wooncontracten van maximaal 5 jaar.

Bron: Maps4NewsBeeld Laura van der Bijl

Piet Bierenbroodspot 1935-2018

Scheepswerf Bierenbroodspot houdt als historische werf de traditie hoog. Dat is mede te danken aan Piet Bierenbroodspot, die vanaf 1960 de leiding had over het ­familiebedrijf en vorige week op 82-jarige leeftijd overleed.

Als 8-jarig jochie werkt Piet Bierenbroodspot al op de werf  bij zijn vader aan de Vierwindenstraat. Klinknagels sjouwen na school, van vier tot zes. Tien jaar later komt hij als 18-jarige in loondienst. Dat blijft zo: tot achter in de zeventig doet Piet klusjes op de werf, die al bestaat sinds 1627. Indertijd werd het bedrijf opgericht onder de naam Het Avontuur. Het is de oudste nog werkende scheepswerf van ­Nederland.

Sinds 1885 is het eigendom van de familie Bierenbroodspot. In die periode houdt de werf zich vooral bezig met het bouwen en herstellen van ijzeren dekschuiten. Dat zijn vrachtschepen met een groot ruim.

Maar als Piet aan de leiding komt, maken dekschuiten plaats voor transport over de weg. De 35 dekschuiten  gaan dus de deur uit en de werf verlegt de werkzaamheden naar de pleziervaart en woonarken.

Rondvaartboten
Het complex brandt in 1955 tot de grond toe af. Het vuur slaag over naar de naastgelegen papierloods, die drie weken blijft smeulen. Brandstichting blijkt later de oorzaak: een concurrent heeft korrels fosfor gegooid, omdat vier van zijn klanten naar Bierenbroodspot zijn overgestapt.

Eric Bierenbroodspot, zoon van Piet, doet in 1980 zijn intrede in het bedrijf. De werf gaat dan over op rondvaartboten, waar ze ook aardgasmotoren voor bouwen.

Piet Bierenbroodspot draagt na verloop van tijd de leiding over, maar blijft nog allerlei klusjes doen. In 2016 bedient hij bijvoorbeeld nog steeds de lier die schepen op de helling trekt en weer te water laat. Hij is dan 81 jaar.

Piet Bierenbroodspot is op 20 maart overleden.