Direct naar artikelinhoud

Illegaal in Amsterdam: de vergeten groep Indonesiërs

Een grote groep Indonesiërs zonder verblijfspapieren blijft goeddeels onzichtbaar in Amsterdam. Hun kwetsbare positie wordt zaterdag in de stad besproken door de regeringspartij PDI-P van president Joko Widodo.

FaisolBeeld Dalal El Ouariachi

Wie hoort over illegale migranten in Amsterdam, denkt misschien aan de grote groep Ghanezen en Nigerianen zonder verblijfspapieren in Zuidoost, of aan de activisten van We Are Here die met regelmaat in de media komen. Maar wie denkt er aan al die ongedocumenteerde Aziaten die zich dagelijks door de stad bewegen?

Misschien wel de minst zichtbare groep vormen Indonesiërs zonder papieren, naar schatting zo'n 10.000. Ze lijken het liefst zo veel mogelijk onder de radar te willen blijven, maken amper gebruik van de sociale voorzieningen. Ze maken schoon in de huizen van vele Amsterdammers als die zelf niet thuis zijn, of staan in de spoelkeukens van restaurants, ver verwijderd van de dinergasten.

Honderd lotgenoten
Onzichtbaarheid maakt kwetsbaar. De Indonesische arbeidsmigranten worden uitgebuit en vernederd, zegt Faisol Subroto van de Indone­sian Migrant Workers Union (IMWU), een vakbond met 800 leden in Amsterdam.

Hij woont sinds tien jaar illegaal in de stad en werkt als schoonmaker. Samen met honderd lotgenoten praat hij vandaag in het Wereldhuis op de Nieuwe Herengracht met drie afgevaardigden van de Indonesische regeringspartij PDI-P (Indonesische Democratische Partij en Strijd) van president Joko Widodo over de situatie van illegale landgenoten in Nederland.

Subroto hoopt dat de PDI-P, als de partij tijdens de presidentsverkiezingen volgend jaar opnieuw de grootste wordt, meer gaat doen om illegale migratie tegen te gaan.

"In Indonesië zijn veel oplichters die arme mensen een mooi leven in Nederland beloven met verblijfsvergunning, huis en goedbetaalde baan. Ze moeten veel geld betalen, maar in Nederland worden ze aan hun lot overgelaten," zegt Subroto.

Vrijwilligers van de IMWU zochten elke avond op het Centraal Station naar migranten om ze op te vangen en - met hulp van de ambassade - te helpen met een snelle terugkeer naar Indonesië. Maar de IMWU is daar sinds een paar weken mee gestopt. 

Subroto: "Oplichters in Indonesië maakten er misbruik van. Ze vertelden de migranten dat wij ze zouden opwachten in Amsterdam. De ambassade kon ook lang niet altijd helpen. Heel erg, want het is voor deze mensen moeilijk om te overleven in Nederland, zeker als ze geen Engels spreken."

Mensen willen ons niet zien, dat is pijnlijk
Faisol.Beeld Dalal El Ouariachi

Faisol Subroto (38)
Komt uit Solo, Midden-Java
In Nederland sinds 2008

"In Indonesië runde ik een groothandel voor kleding. Ik verdiende genoeg geld om mijn familie mee te onderhouden, tot ik werd opgelicht door een zakenpartner. Ik raakte alles kwijt, ook mijn huis. Ik kreeg een aanbod om naar Nederland te gaan. Voor 2500 euro zou een tussenpersoon verblijfspapieren, een huis en een baan als monteur regelen."

"Ik was naïef, ik vertrouwde hem. Eenmaal in Nederland kwam er niemand opdagen. Ik was radeloos. Ik wist niks over Nederland, behalve dat het steenkoud was. Ik heb een paar maanden in een hotel gewoond, tot ik in een moskee iemand leerde kennen die Engels sprak. Heri heette hij. Hij vertelde me heel veel over Nederland. Dat je geld kan verdienen met schoonmaken, bijvoorbeeld."

Typische Nederlands
"Ik had nog nooit schoongemaakt, zelfs niet in mijn eigen huis. Ik had al drie maanden niks verdiend, dus ik dacht: kom maar op. Heri heeft me de kneepjes van het vak geleerd. De eerste keer dat ik werkte, moest ik overgeven. De bewoner van het huis was heel smerig, hij spoelde het toilet nooit door."

"Via via vond ik uiteindelijk meer adressen. Ik heb ook een jaar lang briefjes door brievenbussen gegooid om reclame te maken. Daar heb ik één adres in de buurt van het Museumplein aan overgehouden. Ik maak er nog steeds elke week schoon. De bewoonster is een typisch Nederlandse vrouw. Ze praat geen Engels met me, omdat ze vindt dat ik de taal moet leren. Elke week krijg ik een uur les. Ze betaalt me dat uur zelfs. In het begin schaamde ik me wel om schoonmaker te zijn, nu niet meer. Ik ben een professional geworden, haha."

"Het lastigste is het vinden van onderdak. Zonder papieren ben je aangewezen op kleine, dure kamers die je in je netwerk moet zien te vinden. Als je een kamer huurt, kan je makkelijk worden gebruikt als slaaf. Veel huiseigenaren eisen dat je voor ze kookt of hun huis gratis schoonmaakt. Ik heb een keer het hele huis moeten schilderen, zonder dat ik werd betaald. We hebben geen rechten, kunnen dus niet naar de politie."

Toeristenvisum
"Zonder papieren kan je geen bankrekening openen. Ik betaal alles contant, maar dat kan niet overal. In het openbaar vervoer in Amsterdam kan je alleen nog met een ov-chipkaart of met een pinpas kan betalen. Ik doe daarom alles op de fiets. Laatst was mijn fiets kapot, toen moest ik lopen van mijn huis in Osdorp naar een schoonmaakadres op IJburg."

"Soms is het pijnlijk dat mensen ons niet willen zien. Dan maken we hun huis schoon, maar moeten we weg zijn voor ze thuiskomen. Of ze vragen of ik een andere dag wil komen omdat ze bezoek hebben. Ik voel dan schaamte. Alsof ik geen mens ben. Ik zou willen zeggen: wees niet bang, ik schreeuw niet, doe geen rare dingen."

"Mijn vrouw is een paar maanden geleden op een toeristenvisum naar Nederland gekomen. Ik verdien nu best goed, 1500 tot 2000 euro per maand. Per maand stuur ik zo'n 150 euro terug naar Indonesië, daar kan mijn hele familie van leven. Dat is ook waarom ik niet terug wil. Ik mis Indonesië, maar ik voel me verantwoordelijk om iedereen te onderhouden."

Veel huiseigenaren eisen dat je voor ze kookt of hun huis gratis schoonmaakt
Ermina en zoon.Beeld Dalal El Ouariachi

Ermina Zaenah (48)
Komt uit Jakarta, West-Java
In Nederland sinds 1994

"Ik ben opgegroeid in Jakarta in een gezin met tien broers en zussen. Niemand kon naar school, daar was geen geld voor. Op mijn 23ste kreeg ik het aanbod om in Nederland geld te verdienen als au pair. Dat wilde ik wel, want dan kon ik mijn hele familie helpen. Mijn broers en zussen zouden van het geld naar school kunnen. Eenmaal in Nederland kwam ik bij een Indonesische familie terecht. Ik zorgde voor de kinderen, maar moest ook helpen in hun restaurant en het huis schoonmaken."

"Elke dag stond ik om vijf uur 's ochtends op en ging ik om een uur 's nachts pas naar bed. Het voelde als slavernij, maar ik moest zien te overleven. Terug naar Indonesië was geen optie, want ik verdiende maar 250 gulden per maand. Daar kon ik geen vliegticket van betalen."

"Ik hield het drie jaar vol. Toen heb ik de moed bij elkaar geraapt en gezegd dat ik wilde stoppen. Mijn bazin werd erg boos. Ze zei dat het in Nederland normaal is om zo hard te werken. Maar ik kon er niet meer tegen, dus ik ben weggegaan. Ik kon terecht bij kennissen in Amsterdam, elke dag sliep ik ergens anders. Via via vond ik een nieuw schoonmaakadres, waar ik 50 gulden per dag kreeg. Meer dan ik ooit had verdiend."

Het was winter, mijn zoon was net geboren. Ik heb een week met hem buiten geslapen

Op de deur bonzen
"Van dat geld kon ik een eigen kamertje huren, maar het is altijd stressvol. Ik woonde een tijdje in de Kinkerstraat, maar ik moest midden in de nacht mijn spullen pakken omdat de huiseigenaar problemen had met de politie. Dat was in de winter van 2010, mijn zoon was net geboren. Ik heb een week met hem buiten geslapen. Elke dag droeg ik hem naar de Kruidvat en de Hema om warm te worden."

"Daarna woonde ik vijf jaar illegaal in een studio in Osdorp. Dat kostte 1000 euro per maand. Ik moest hard werken om het te kunnen betalen. De oorspronkelijke huurder was bang dat de woningbouwvereniging het zou ontdekken, dus zorgde dat ik tussen 07.30 uur en 21.00 uur niet thuis was. Dan kon er een controleur langskomen."

"Als ik mijn zoon 's middags uit school haalde, bleven we in de McDonald's tot we naar huis konden. Eén keer waren we zo uitgeput dat we toch eerder teruggingen. Meteen stond er iemand op de deur te bonzen. Daarna moesten we onze spullen pakken."

Plantagebuurt
"Ik huur nu een kamer van vier vierkante meter in het appartement van een Surinaams echtpaar in de Bijlmer. Niet groot, maar genoeg voor twee matrassen. Binnenkort komen ze terug uit Suriname en moet ik weer op zoek naar een andere plek."

"Ik hoop dat ik iets kan vinden in Osdorp, daar zit mijn zoon nog steeds op school. Hij is daar erg gehecht geraakt, dus hij wil nergens anders heen. We zitten elke dag twee uur heen en terug in de metro. Dat kost veel geld: ik kan geen ov-chipkaart op mijn naam zetten, dus ik moet elke dag losse kaartjes kopen."

Elke dag droeg ik hem naar de Hema om op te warmen

"Ik heb drie schoonmaakadressen. Bij een vrouw in de Plantagebuurt krijg ik 35 euro voor drie uur schoonmaken. Reiskosten zitten daar al bij. Voor een hele dag schoonmaken bij een Indonesische familie krijg ik 50 euro. Ik zou wel meer willen schoonmaken, maar ik moet mijn zoon elke dag om kwart over 2 ophalen van school. Soms regel ik wel een oppas, maar die moet ik de helft van mijn salaris geven. Dat heeft bijna geen zin."

"Omdat ik geen verblijfspapieren heb, heeft mijn zoon die ook niet. Dat hij naar school kan, regelt de GGD. Toen hij klein was, is hij ernstig verbrand door heet water. Ik heb hem toen naar het ziekenhuis gebracht, maar ik wist niet of hij geholpen kon worden omdat we niet zijn verzekerd. In het ziekenhuis zeiden ze gelukkig dat dat een zorg was voor later. Ze wilden eerst zijn leven redden. Een grote opluchting."

Vakantieverhalen
"Na de vakantie vraagt mijn zoon vaak wanneer we net als zijn klasgenoten eens met het vliegtuig op vakantie gaan. Hij vindt het moeilijk dat hij geen vakantieverhalen heeft. Ik zeg dan dat hij ook kan vertellen dat hij naar de speeltuin is geweest."

"Hij wil ook heel graag naar Indonesië om zijn neefjes en nichtjes te ontmoeten. Als we dat doen, kunnen we nooit meer naar Nederland. Ik wil zelf in de toekomst wel terug naar mijn familie, ik wil dolgraag mijn moeder weer zien, maar ik wil mijn zoon zo lang als het kan naar school laten gaan. Dat gaat daar niet."

Recht op zorg en onderwijs

Migranten hebben ook zonder verblijfsdocumenten recht op bepaalde hulp en zorg in Nederland. Voor acute medische zorg kunnen ze terecht in elk ziekenhuis. Als ze de behandeling niet zelf kunnen betalen, kan een ziekenhuis 80 procent van de behandeling vergoed krijgen van het Centraal Administratie Kantoor (CAK).

Behandelingen voor zwangerschap en bevallingen worden volledig vergoed. Kinderen zonder verblijfsdocumenten hebben in ­Nederland dezelfde rechten als ieder ander kind. Ze hebben leerplicht en mogen niet worden geweigerd door scholen.

Ouders van ongedocumenteerde kinderen kunnen van de gemeente Amsterdam een toelage krijgen voor schoolspullen. Gezinnen die op straat belanden, kunnen voor opvang een beroep doen op GGD Vangnet. De gemeente heeft geen cijfers over het aantal ongedocumenteerden in de stad.