Direct naar artikelinhoud

Nazaten bestolen kunstenaars: 'Dit teruggeven is gerechtigheid'

Nazaten van een Amsterdams-Joodse kunstschilder en een kunsthandelaar willen 'geroofde' kunstwerken terug. Die zijn opgespoord door MyHeritage nu de inventarisatie van mogelijke roofkunst online staat.

Het mogelijk geroofde Winters Bosgezicht hangt bij het ministerie van DefensieBeeld RCE

Ruim veertig Nederlandse musea hebben in totaal 173 kunstvoorwerpen in hun collecties die tussen 1933 en 1945 tijdens het naziregime vermoedelijk van Joodse eigenaren zijn geroofd, geconfisqueerd of gedwongen verkocht. Het gaat onder meer om 85 schilderijen, 26 tekeningen en 13 Joodse rituele objecten. De stukken bevinden zich onder meer in het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum.

In 2009 vroeg de Nederlandse Museumvereniging haar leden mogelijke roofkunst vanaf 1933 tot het einde van de Tweede Wereldoorlog in kaart te brengen en aan te melden. Sinds enkele maanden staat de inventarisatie van het project 'Museale Verwervingen' met mogelijk gestolen kunst van Joodse eigenaren online. Het doel is de oorspronkelijke eigenaren te vinden en het werk aan hen of hun nazaten terug te geven.

Het genealogiebedrijf MyHeritage, waar gebruikers op een online platform hun stamboom kunnen natrekken, spoorde via diepgravend onderzoek nazaten op van Joodse eigenaren. Onder hen familie van Marcel Wolff, die een kunsthandel had op Rokin 130 in Amsterdam, en de in Amsterdam woonachtige kunstschilder Samuel (Mommie) Schwarz, die aan het Sarphatipark woonde. Van hen staan tekeningen en schilderijen op de lijst.

'Emotionele en geldelijke waarde'

Haim Wolf (58), kleinzoon van de Joodse kunsthandelaar Marcel Wolff, heeft het schilderij uit de collectie van zijn grootvader nauwkeurig bekeken sinds hij getraceerd is door het bedrijf MyHeritage.

Hij vindt het Winters Bosgezicht van Johann Bernard Klombeek en Eugène Joseph Verboeckhoven, een olieverfschilderij uit 1863, een prachtig werk. "Typisch Nederland, met bevroren water, bomen en schaatsers. Ik ben dol op landschappen, zo rustgevend."

De familie gebruikt na de Tweede Wereldoorlog de naam Wolf.  Haim Wolf is een van de vier kleinkinderen van Marcel Wolff, die een kunsthandel bezat op Rokin 130. In de beeldbank van het Stadsarchief staat een foto met op de gevel 'Oude en moderne kunsthandel M. Wolff'.

Het schilderij kwam in 1948 via een particuliere schenking in handen van het Rijksmuseum. In 1950 kreeg de rijksoverheid het in bezit. Het maakt deel uit van de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het werk hangt bij het minis­terie van Defensie.

Vrijgekocht
Op de inventarisatielijst van de Museale Verwervingen staat: 'De herkomst van het schilderij is niet helder omdat de kunsthandel M. Wolff dit schilderij mogelijk in bezit heeft gehad en tijdens de oorlog in moeilijk­heden is gekomen.'

"Mijn grootvader was zeer rijk. Hij had fabrieken in Duitsland, hotels in Polen en bossen in destijds Tsjecho-Slowakije. In Amsterdam runde hij een kunsthandel, die in de oorlog onder curatele van een Verwalter werd geplaatst," zegt Haim Wolf, die de verhalen over zijn grootvader voornamelijk kent van zijn in 2008 overleden vader Jozef Wolf en zijn tante.

"Mijn grootvader stopte die Verwalter en andere Duitsers kunstwerken en juwelen toe. Hij heeft zichzelf verschillende malen vrijgekocht. Zo kon hij met zijn familie, een vrouw en twee kinderen, de oorlog overleven," aldus Wolf die zijn grootvader nog heeft gekend.

Emotionele waarde
Haim Wolf, die tot zijn vijftiende in Nederland woonde en nu in Israël verblijft, is blij als het schilderij weer in handen van de familie komt. "We hebben bijna niets meer van mijn grootvader."

"Na de oorlog lukte het hem niet om een nieuwe handel op te zetten. Dat schilderij is van emotionele waarde, maar de geldelijke waarde is voor ons ook belangrijk. Van de rijkdom van mijn grootvader is niets overgebleven. Ik vind het overigens vreemd dat slechts één schilderij boven water kwam."

Hij heeft inmiddels een verzoek ingediend om het werk terug te krijgen. Het onderzoek zal waarschijnlijk zo'n anderhalf jaar in beslag nemen.

Of er een kans is dat bewezen wordt dat de familie de rechtmatige eigenaar is? "Een Jood die aan het begin van de oorlog afstand deed van een mooi schilderij of dit voor een habbekrats verkocht... dat zegt al genoeg. Stel dat hij het aan zijn Verwalter gaf. Iedereen begrijpt toch wel dat hij dat niet uit liefde voor het naziregime deed."

173

Bij de zoektocht naar mogelijke roofkunst in Nederland zijn 173 kunstwerken gevonden die in aanmerking komen voor nadere studie.

'Ik dacht steeds aan mijn oudoom'

De Amerikaanse Laurie Greene (73) was verbaasd en gelukkig tegelijkertijd toen ze een telefoontje kreeg van de organisatie MyHeritage met de mededeling dat er nu ­mogelijk een tekening op haar ligt te wachten van haar oudoom, de Joodse kunstschilder Samuel (Mommie) Schwarz.

Ze wist dat haar in Auschwitz vermoorde oudoom - de broer van haar grootvader - een belangrijk schilder was in Holland. Ze kent zijn werken.

"Het is heel emotioneel voor me. Het is nog steeds moeilijk te begrijpen wat de Joden, inclusief mijn oudoom, is aangedaan," zegt de 73-jarige Greene. "Er zijn veel artikelen geschreven over roofkunst. Mijn oudoom en zijn werken waren dan altijd in mijn gedachten."

Ze gaat er alles aan doen om de tekening terug te krijgen. "Dat noemen ze gerechtigheid."

Van kunstschilder Schwarz staat de krijttekening Dubrovnik op de lijst van vermoedelijke roofkunst. Het werk is sinds 1969 in het bezit van de gemeente Bergen en ligt in het depot van het Museum Kranenburgh aldaar. De gemeente verwierf Dubrovnik tezamen met 132 andere reisschetsen, tekeningen en een ets van Schwarz voor de prijs van 600 gulden. Het is niet bekend van wie of waarom de gemeente Bergen deze tekeningen heeft gekocht.

Schwarz, zo staat op de site van Museale Verwervingen, heeft in de oorlog zijn werken in bewaring gegeven, maar deze 133 tekeningen en schetsen zaten daar niet tussen. 'Het is daarom niet helder hoe deze schetsen uit Schwarz' bezit zijn geraakt.'

Hoofdstuk afsluiten
Greene: "Wij willen alle 133 teke­ningen terug. Dat is moreel en ethisch de juiste weg voor het museum. Die tekeningen zijn van mij en mijn zuster. Als we dit werk terug hebben, kunnen we dat hoofdstuk eindelijk afsluiten."

De in Zutphen geboren Schwarz (1876-1942) was een kunstschilder die werkte in de stijl van de Bergense school. Hij woonde met zijn Joods-Duitse vrouw Else Berg, eveneens kunstschilder, in de atelier­woningen op de Jan Steenzolder in De Pijp, verzamelplaats van kunstenaars, schrijvers en musici.

Vanaf 1927 woonde het echtpaar aan het Sarphatipark 42 in Amsterdam. Ze verbleven vaak aan de kust van Schoorl en Bergen. Het echtpaar, dat geen kinderen had, maakte veel werkreizen naar onder meer Mallorca, Italië, Frankrijk en Joegoslavië. Hun tekeningen en schetsen getuigen van hun reislust.

Dubrovnik van Samuel (Mommie) SchwarzBeeld Collectie Museum Kranenburgh

Greene: "Ik reis zelf ook veel, vaak naar Europa. Ik ben ook in Dubrovnik geweest. Ik vind het schilderij in zwart en rood prachtig."

Gedeporteerd
Ze vertelt dat haar oudoom in de oorlog posters tegen Hitler maakte. Het echtpaar zat enige tijd ondergedoken in Baambrugge, maar besloot terug te keren naar hun huis aan de Sarphatipark. In november 1942 werden ze opgepakt en naar Westerbork gedeporteerd, waarna ze korte tijd later in Auschwitz zijn vermoord.

Greene schreef al 17 jaar geleden, na het lezen van een artikel over roofkunst in The New York Times, een brief naar het toenmalige Nederlandse ministerie van Cultuur met het verzoek de werken van haar oud­oom te krijgen. Een antwoord heeft ze nooit gekregen.

Museum Kranenburgh, dat de map met schetsen en tekeningen in beheer heeft, zegt 'ten volle' mee te werken aan het onderzoek naar de herkomst van de tekening. "We hebben dit werk zelf aangemeld omdat we de herkomst niet konden vaststellen. Dat is verdacht," zegt een woordvoerder van het museum.

Samuel (Mommie) SchwarzBeeld Collectie JHM